Uit het vergeetboek: Drie bintangs voor H.E. Sahertian

Uit het vergeetboek: Drie bintangs voor H.E. Sahertian

Europees Sergeant 1e klas van het KNIL Hermanus Sahertian overleefde de Tweede Wereldoorlog, vocht mee in de RMS-strijd en stond op het punt om naar Nederland te vertrekken. Een dramatische wending van het lot zorgde ervoor dat hij in Indonesië bleef terwijl zijn zoons in Nederland terechtkwamen. Vorige maand mochten zijn zoon Pieter en kleinzoon Freddy maar liefst drie onderscheidingen voor hem in ontvangst nemen.

Hermanus Eliza Sahertian

Slechts één foto heeft hij van zijn ouders. De 86-jarige Pieter Sahertian laat een fotolijstje zien waarop de portretten van zijn vader en moeder te zien zijn op al wat oudere leeftijd. Hermanus Eliza Sahertian overleed in 1968 op Ambon. Op 10 maart 1898 was hij geboren in Porto op het eiland Saparua. Zoals veel van zijn leeftijdsgenoten wilde hij niets liever dan toetreden tot het KNIL. Toen hij 18 jaar was, sloot hij in Ambon-Stad een vrijwillige verbintenis af voor zes jaar bij het KNIL. Na eerst te zijn overgeplaatst naar Djokjakarta, volgden overplaatsingen naar o.a. Meester Cornelis en Palembang. In 1922 volgde Hermanus een opleiding tot geweermaker waarna hij bevorderd werd tot Korporaal en Sergeant (Meester) geweermaker. Ondertussen bleef hij zijn verbintenis bij het KNIL steeds verlengen. In Meester Cornelis ontmoette hij zijn vrouw Annie Petronella en trad op 25 aug. 1926 te Ambon met haar in het huwelijk. Ze kregen acht kinderen.

Krijgsgevangen
Bij het uitbreken van de oorlog met Japan, was Hermanus ingedeeld bij de Staf van het 4e Regiment Infanterie te Magelang (Midden-Java). Toen het KNIL zich moest overgeven, werd hij krijgsgevangen gemaakt en geïnterneerd in verschillende krijgsgevangenkampen. De Japanners vertrouwden de Ambonese KNIL-militairen niet. Logisch want op Java, Sumatra en de Molukken hadden ze te maken  met veel verzetsactiviteiten die door Molukkers werden uitgevoerd.  Omstreeks 1943/1944 werd Hermanus samen met andere Ambonese KNIL-ers voor straf overgeplaatst en op transport gezet naar de Tanimbar-eilanden om daar onder onmenselijke omstandigheden te worden ingezet als dwangarbeiders bij het aanleggen van verdedigingswerken voor de Japanners. Soms probeerden gevangenen met een boot naar Australië te ontsnappen. Wie echter werd gepakt, overleefde het niet. Degenen die op Tanimbar bleven zoals Hermanus Sahertian, realiseerden zich dat ze grote kans liepen om door de Japanners gedood te worden. Dat gebeurde dagelijks al voor heel kleine vergrijpen, dus de gevangenen maakten zich geen illusies van wat er zou gebeuren als de Geallieerde bevrijders zouden landen. Gelukkig liep het anders: Japan moest capituleren en daarmee ontsnapten Sgt. Sahertian en zijn medegevangenen aan de dood. Op 16 aug. 1945 kwamen Australische en Nederlandse militairen hen bevrijden.

Krijgsgevangen
Bij het uitbreken van de oorlog met Japan, was Hermanus ingedeeld bij de Staf van het 4e Regiment Infanterie te Magelang (Midden-Java). Toen het KNIL zich moest overgeven, werd hij krijgsgevangen gemaakt en geïnterneerd in verschillende krijgsgevangenkampen. De Japanners vertrouwden de Ambonese KNIL-militairen niet. Logisch want op Java, Sumatra en de Molukken hadden ze te maken  met veel verzetsactiviteiten die door Molukkers werden uitgevoerd.  Omstreeks 1943/1944 werd Hermanus samen met andere Ambonese KNIL-ers voor straf overgeplaatst en op transport gezet naar de Tanimbar-eilanden om daar onder onmenselijke omstandigheden te worden ingezet als dwangarbeiders bij het aanleggen van verdedigingswerken voor de Japanners. Soms probeerden gevangenen met een boot naar Australië te ontsnappen. Wie echter werd gepakt, overleefde het niet. Degenen die op Tanimbar bleven zoals Hermanus Sahertian, realiseerden zich dat ze grote kans liepen om door de Japanners gedood te worden. Dat gebeurde dagelijks al voor heel kleine vergrijpen, dus de gevangenen maakten zich geen illusies van wat er zou gebeuren als de Geallieerde bevrijders zouden landen. Gelukkig liep het anders: Japan moest capituleren en daarmee ontsnapten Sgt. Sahertian en zijn medegevangenen aan de dood. Op 16 aug. 1945 kwamen Australische en Nederlandse militairen hen bevrijden.

Opnieuw gevangen
Na de oorlog diende Hermanus als Sergeant Meester Geweermaker bij de Leger Technische Dienst van het KNIL te Ambon. Zijn drie oudste zoons, Jacob, Arthur en Pieter, traden in de voetsporen van hun vader en  dienden ook bij het KNIL. De soevereiniteitsoverdracht aan Indonesië eind 1949 veranderde alles. Terwijl de naderende opheffing van het KNIL voor veel onrust zorgde onder de Molukse KNIL-militairen, werd op 25 april 1950 de Vrije Zuid-Molukse Republiek (RMS) op Ambon uitgeroepen. Na enkele onderhandelingspogingen stuurde Indonesië het leger eropaf. Hermanus Sahertian vocht mee aan de kant van de RMS-ers tegen de Indonesische strijdkrachten. Na een verbeten strijd moesten de RMS-ers zich echter gewonnen geven. De overmacht van het Indonesische leger was te groot. Terwijl zijn zoons en enkele duizenden andere Molukse KNIL-militairen zich klaarmaakten voor opzending naar Nederland, werd Sgt. Sahertian gevangengenomen en kwam terecht op het eiland Nusa Kembangan. Pas drie jaar later, op 24 december 1953, lieten ze hem vrij en kon hij terugkeren naar Ambon waar hij de rest van zijn leven bleef wonen.

Postuum onderscheiden
Op 16 november jl. mochten zoon Pieter Sahertian, ex-Sergeant KNIL, en kleinzoon Freddy Sahertian namens de Minister van Defensie drie postuum toegekende onderscheidingen ontvangen voor hun (groot)vader Hermanus Eliza Sahertian, Europees Sergeant 1e klasse, Meester Geweermaker van de Artillerie van het KNIL. Uit handen van Luitenant-Kolonel  buiten dienst J.Z. Brijl ontvingen zij de versierselen van:

het Mobilisatie Oorlogskruis – het Ereteken voor Orde en Vrede

Bron : Museum Maluku – De informatie over H.E. Sahertian in deze tekst is afkomstig van J.Z. Brijl.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *