Uit het vergeetboek: het levensverhaal van Frits Barend de Veer

Uit het vergeetboek: het levensverhaal van Frits Barend de Veer

Toen de 20-jarige Frits Barend de Veer op 3 augustus 1938 in het huwelijk trad met de Molukse Carolina Alyda Souhoka, leek niets een lang en gelukkig leven in de weg te staan. Hun zoontje Pierre was echter nog maar net 1 jaar oud toen zijn vader op 8 augustus 1941 via de radio de boodschap hoorde van Gouverneur-Generaal Tjarda van Starkenborgh Stachouwer: “Nederlands-Indië is in oorlog met Japan”. 

Een week na dat bericht meldde Frits Barend zich aan bij het KNIL waar hij werd ingedeeld als Fuselier Telefonist van de Genie. Ook zijn twee jaar jongere broer Willem tekende bij het KNIL. Toen het KNIL niet opgewassen bleek tegen de Japanse strijdkrachten en in maart 1942 capituleerde, werden beide broers gevangengenomen. De één werd op transport gezet naar Birma, de ander naar Thailand, om aan de Birmaspoorweg te werken. Zijn zoontje Richard dat in september 1942 geboren werd, heeft Frits Barend niet meer gezien. 

Nichimei Maru
Op 29 december 1942 vertrok de Nichimei Maru vanuit Singapore via Pinang naar Birma. Aan boord van dit Japanse vrachtschip waren 1562 Japanse soldaten en ca. 1000 Nederlandse krijgsgevangenen, onder wie Frits Barend. Het voer in klein konvooi met de Moji Maru 2 en enkele escorteschepen. De schepen waren echter niet voorzien van de verplichte Rode Kruis tekens en de letters P.O.W. (prisoners of war, krijgsgevangenen). Uit voorzorg verzamelden de gevangenen zo veel mogelijk reddingsvesten. Dat bleek nodig, want op 15 januari 1943 vielen Amerikaanse piloten van B24 bommenwerpers, niet wetend dat er krijgsgevangenen aan boord waren, de Nichimei Maru aan en brachten het schip tot zinken in de Golf van Martaban. 32 Nederlandse KNIL-militairen verloren daarbij het leven (zie opmerking onderaan deze tekst). Dankzij de reddingsvesten konden de meeste krijgsgevangenen gered worden, ook Frits Barend. De Moji Maru 2 en de passerende tanker Soerabaja Maru pikten de drenkelingen op en brachten ze alsnog naar de Moulmein-gevangenis (Birma). Van hieruit gingen ze per trein door naar Thanbyuzayat en vervolgens naar verschillende kampen aan de spoorweg om onder erbarmelijke omstandigheden dwangarbeid te verrichten bij de verdere aanleg van de spoorweg.

Birma-Siam spoorweg

Carolina en Frits Barend de Veer met zoon Pierre


Met de beruchte Birma-Siam spoorweg wilden de Japanners met spoed een snelle verbinding over land aanleggen vanuit Birma naar Bangkok. Op zee werd het inmiddels steeds gevaarlijker als gevolg van het succesvolle optreden van de Geallieerde vliegtuigen en onderzeeboten tegen Japanse schepen. De 415 kilometer lange spoorweg werd uiteindelijk aangelegd in 14 maanden en kwam in oktober 1943 gereed. Dit ging ten koste van veel menselijke ellende en de dood van vele onschuldige slachtoffers, die ziekten, gebrek aan eten en medicijnen, maar ook neerstortende rotsblokken en modder en een misdadige behandeling moesten verduren. Van de ca. 17.500 Nederlandse militairen van KNIL en Koninklijke Marine die als dwangarbeiders werkten, stierven er ca. 3100. Fuselier Frits Barend werd in Birma ernstig ziek en stierf op 2 september 1943 in eenzaamheid in een vreemd land. Hij ligt nu begraven op het Ereveld Thanbyuzayat in Birma. Ook zijn broer Willem overleed en ligt begraven op het Ereveld Kanchanaburi in Thailand. 

Eerherstel
Het gezin De Veer gaat door een moeilijke tijd. Pas in 1948 horen ze dat hun echtgenoot en vader dood is. Op 28 juli 1950 overlijdt ook Carolina als gevolg van verdriet, heimwee, ziekte en armoede. Ze is pas 40 jaar oud. De kinderen Pierre en Richard vertrekken kort daarna met oma Souhoka en hun tante naar Nederland. Over hun vader weten ze maar weinig tot ze ruim 70 jaar na zijn dood met hulp van Jacques Brijl het verhaal van Frits Barend kunnen reconstrueren. Dan blijkt ook dat hun vader in aanmerking komt voor postume toekenning van het Mobilisatie Oorlogskruis (MOK). In de speech die Jacques Brijl namens het Ministerie van Defensie tijdens de uitreiking uitspreekt, zegt hij: “Dat  het voorbeeldige optreden van Frits Barend de Veer mogelijk in het vergeetboek zou kunnen geraken, is nu gelukkig voorkomen.”

Het verhaal bewaard
Dankzij de moderne communicatiemiddelen is het verhaal van Frits Barend de Veer verre van in het vergeetboek terechtgekomen. Op de website www.hetverhaalbewaard.nl, een initiatief van de Oorlogsgravenstichting bedoeld om de namen in het oorlogsslachtofferregister een gezicht te geven, heeft de familie het levensverhaal van Frits Barend zichtbaar gemaakt. U kunt daar nog meer foto’s en documenten bekijken. 

Tot de 32 Nederlandse KNIL-militairen, die bij het bombardement het leven lieten, was ook Landstorm Sld. Hans von Stockhausen. Hij raakte ernstig gewond, sprong uit wanhoop over de reling van het zinkende schip en verdronk in de golven. In september a.s. wordt door de burgemeester van Den Haag, Van Aartsen, het postuum toegekende Mobilisatie Oorlogskruis aan zijn dochter uitgereikt.

Bron : Museum Maluku – De informatie in deze tekst is afkomstig van J.Z. Brijl en mevr. N. Jeekel.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *