De Molukse wijk bestaat 60 jaar: ‘Hier begrijpen wij elkaar’

De Molukse wijk bestaat 60 jaar: ‘Hier begrijpen wij elkaar’

De Molukse wijk in Wormerveer bestaat 60 jaar. Waarom zijn de vier en een halve straat met kerk zo bijzonder? En waarom hopen de oudere Molukkers dat de wijk blijft bestaan? Die vragen zijn niet te beantwoorden zonder meer van de weggestopte geschiedenis van Nederlandse Molukkers te weten.

Foto v.l.n.r. Mevrouw Usi (is beleefde aanspreekvorm) Angga Suitela – Pattij, mevrouw Usi Co Kuway-Sapulete, die helaas niet bij het interview aanwezig kon zijn, mevrouw Usi Mary Noya – Pattij en mevrouw Usi Yvon Siahaya – Nendissa. Zij waren bereid om hun persoonlijke verhalen met ons te delen.

Ongewild naar Nederland
Zij zijn ‘tweede generatie’. Hun vaders maakten deel uit van het Koninklijk Nederlands-Indisch Leger (KNIL) en vochten voor Nederland. Omdat Nederland geen conflict wilde met Indonesië, wilde zij niet voldoen aan de wens van de Molukkers om hen naar òf de Molukken òf Nieuw-Guinea te brengen. Daarom werden zij naar Nederland gebracht.
De veiligheid van de Molukkers op Java was voor de Hoge Raad reden om een demobilisatieverbod uit te vaardigen op Java. Usi Mary: ‘Wij groeiden op in voormalig concentratiekampen, zonder contact met Nederlandse kinderen en met het idee dat we snel terug zouden gaan. Maar drie tot zes maanden werd een jaar en ook dat jaar ging voorbij, waarna er nog velen volgden. Pas toen we in de Molukse wijk gingen wonen werden de hutkoffers van waaruit we al die tijd leefden uitgepakt en de kleding in een kast gehangen. Toen besefte ik pas dat we helemaal niet terug zouden gaan. Hierdoor is mijn eerste reactie als een Nederlander iets zegt: ‘Eerst zien, dan geloven’.’

‘Voor onze ouders was het vreselijk’, ‘ze hadden last van grote heimwee’

Sehnsucht
Usi Yvon: ‘Als kinderen hadden wij de tijd en ruimte om te spelen, maar de oud-concentratiekampen waren geen prettig verblijf. Het tochtte tot en met en we sliepen op strozakken met allerlei ongedierte erin. Toch klaagden wij en ook onze ouders niet. We kloppen niet snel bij een ander aan en hangen de vuile was niet buiten.’
‘Voor onze ouders was het vreselijk’, vult Usi Angga aan, ‘ze hadden last van grote heimwee (sehnsucht). Sommigen van hen misten ook hun kinderen, want drie mochten er mee en wie er meer had moest kiezen welke. Ze leefden samen met mensen uit allerlei verschillende delen van de Molukken, waren geïsoleerd, aten de eerste vijf jaar uit de gaarkeuken en mochten niet werken. Ze kregen geen enkele begeleiding. Onze ouders praten er niet over, maar wij voelden hun verdriet en pijn. ‘Westerbork’ was omgedoopt tot ‘Schattenberg’ en daar begrijp ik tot de dag van vandaag niets van. Er was niets schattigs aan die plek.’

Molukse wijk
Usi Yvon: ‘Toen wij in 1960 uit de kampen kwamen, verbeterden onze woonomstandigheden, maar moesten we wennen aan het idee dat we bleven. Onze ouders droegen ons op om niet bij de pakken neer te zitten, de draad op te pakken en door te gaan. Zorg dat je een diploma hebt en niet je hand hoeft op te houden. Kom voor jezelf op door het beste uit jezelf te halen. We moesten die opdracht zonder hulp zien te realiseren, want zij wisten ook niet hoe dat moest.’
‘We hebben in de wijk vele ontwikkelingen gezien’, vertelt Usi Annga. ‘De mensen hier kwamen uit zeven verschillende kampen, dus opnieuw waren er cultuurverschillen. Op 29 augustus 1962 ontving ‘de eerste generatie’ de sleutel van het eigen kerkgebouw (wat uniek was/is) van de Molukse Evangelische kerk. Hier kwamen zij samen. Het geloof gaf hen de kracht om door te gaan. Met de door hen gevonden saamhorigheid zitten nu hun nazaten op diezelfde kerkbanken. Dat is het herdenken en gedenken zeker waard.’

Thuiskomen
In 1993 ging Usi Mary voor het eerst op vakantie naar Ambon. ‘Mijn moeder vertelde vroeger over de vrouwen die op hun mooist gekleed naar de markt gingen met een grote mand met koopwaar op hun hoofd. Ik keek ’s morgens vroeg uit mijn hotelraam en toen zag ik ze zelf lopen. Iedereen spreekt daar je taal (alledrie spreken ze Maleis met een Nederlandse twist en hun kinderen ook) en lijkt op je. De familie die ik nooit gezien had, kende ik toch door de vele correspondentie. Het voelde als thuiskomen. Ik merkte daar ook dat ik Nederlandse eigenschappen en denkwijzen heb overgenomen. Ik ben bijvoorbeeld erg gesteld op mijn privacy en dat is iets dat op de Molukken niet bestaat.’ Usi Annga: ‘Zelfs de mensen die uiteindelijk toch definitief terug zijn gegaan herkennen dat.’

‘De familie die ik nooit gezien had, kende ik toch door de vele correspondentie’

Usi Yvon: ‘Onze kinderen en kleinkinderen hebben dat natuurlijk nog meer. Dat zorgde voor onbegrip. Wij zeggen bijvoorbeeld nooit ‘jij’ en ‘jou’, zeker niet tegen iemand die ouder is. Dat onze kinderen Piet of Hans zeiden tegen de meester, dat begrepen wij niet. Wij hadden alleen geleerd om te luisteren, maar moesten onszelf en onze kinderen leren om gesprekken aan te gaan om elkaar en de cultuurverschillen te begrijpen. Veel van onze kinderen en kleinkinderen wonen nu (net) buiten de wijk.’

Blij met de wijk
De Molukse wijkraad bewaakt het bestaan en het voortbestaan van de Molukse wijk. Samen met alle Molukkers in Nederland bewaken zij de Molukse identiteit. Usi Mary: ‘Ik ben blij dat ik in de wijk woon en dat ie bestaat. Ik heb buiten de wijk gewoond om mijn eigen weg in de Nederlandse samenleving te vinden. Toen de kinderen uit huis waren ben ik teruggekomen. Ik vind het hier heerlijk. Ik kan met mijn buren over alles praten. Zij begrijpen mij, want we hebben dezelfde dingen meegemaakt. M’n zus woont achter mij, naast me en links van me woont familie van mijn man en tegenover mij woont m’n schoonzus. Het voelt veilig. Ja hier wil ik oud worden.’
‘Dat gevoel gunnen we onze kinderen, kleinkinderen en achterkleinkinderen ook’, zegt Usi Annga, ‘daarom is het belangrijk dat de wijk er is als baken voor toekomstige generaties, zodat ze altijd een plek hebben om naar terug te keren. En dat vieren we dus. De herdenking en de viering werd al vanaf het begin van onze komst hier gevierd. Blij dat de jongere generatie dit overneemt. Later in het jaar wordt er ook vanuit De Wormerveerse Vermaning aandacht besteed aan het feit dat de Molukse Gemeenschap en de Molukse kerkelijke gemeente al 60 jaar bestaat. Dat vind ik mooi.’

TEKST: MASCHA SCHRANDER BEELD: BART HOMBURG

Bron : https://reuring-wormerveer.nl/hier-begrijpen-wij-elkaar/

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *