Capels en Moluks hart

Capels en Moluks hart

CAPELLE • “Ik denk dat 2021 een heel bewogen jaar was, voor de Molukse gemeenschap in Nederland en heel het land”. Eddy Patty, raadslid en al 63 jaar Capellenaar, blikt terug op ‘70 jaar Molukkers in Nederland’ en zijn leven. Eddy Patty kwam zelf als baby mee op de armen van zijn ouders, van een oosterse archipel naar een westers land dat zichzelf probeerde op te richten na een oorlog. 

Hoe kijkt hij naar de jaarlijkse herdenkingen? “Je moet daarbij stil blijven staan als een eerbetoon aan de eerste generatie. Maar je moet oppassen dat je er niet in blijft hangen; je moet ook verder kunnen. Als je stilstaat en je begint te lopen, dan begin je door vooruit te lopen. Je moet een bepaalde weg inslaan. Het is goed om af en toe stil te staan en achterom te kijken. Maar als je vooruit loopt en steeds achterom kijkt, wijk je van je koers af”.
“Ik ben dan ook méér benieuwd naar de komende 70 jaar. Praten wij dan nog steeds over de ‘Molukse gemeenschap’ of praten we over een ‘gemeenschap van Nederlanders met een Molukse achtergrond’?

In Capelle werd in 2021 stilgestaan bij ‘70 jaar Molukkers in Nederland’. De activiteiten waren iets kleinschaliger dan anders; de herdenking was meer in sociale sfeer. Voor Eddy Patty is een herdenking tegenstrijdig. “Enerzijds zijn we zijn op een schandalige manier door de Nederlandse overheid behandeld en tegelijkertijd herdenken we dat we hier al 70 jaar zijn. Dan denk ik: “Waarom moeten we dan nog herdenken?” Je vindt het vervelend hoe het gegaan is, maar vind je het ook vervelend om hier te zijn? Hier vieren wij Bevrijdingsdag, dat is mooi. De Molukse gemeenschap viert jaarlijks de uitroeping van de Republiek van de Zuid-Molukken op 25 april, dat vind ik ook mooi. Waar ik wel moeite mee heb is het stilstaan bij ‘30 jaar Molukkers in Capelle’, ‘40 jaar Molukkers in Capelle’, ‘50 jaar.. Herdenken is prima, alhoewel ik het voor het nageslacht liever zie dat het wordt opgenomen in de canon van Nederland. Ik vind vooruit kijken belangrijker dan steeds maar weer herdenken”.
Naast de herdenking in 2021 blikt Eddy Patty terug op zijn hele leven. “In juni 1951 kwam ik met het schip Goya in Rotterdam aan als vier maanden oude baby. Mijn vader was 21 jaar oud, mijn moeder 19. Wij gingen wonen in het voormalige doorgangskamp Vught, tussen de huidige EBI en kazernes. Ik was daar als kind, speelde gewoon buiten en ging naar de kleuterschool. Prikkeldraad was de grens tussen ons en de gevangenis, maar dat was logisch voor mij: de gedetineerden mochten niet ontsnappen. Minder logisch waren de slagboom en de kampbeheerder. Het was niet onprettig daar, maar dat kwam ook doordat ik jong was en geen besef had waarom wij daar waren. Pas aan het eind van de MULO kwam bij mij het besef dat we niet vrijwillig hierheen zijn gekomen”. Daarna verhuisde de familie in 1958 naar Capelle aan den IJssel, omdat daar werk was. “Ik heb Capelle zien groeien naar wat het nu is, van een dorp naar een stad. Capelle heeft voor mij veel betekend en gedaan; opvang, school en later werk. En er was hier geen prikkeldraad. Capelle zit in mijn hart”. Het zag er lang niet naar uit dat Eddy Patty zo lang in Capelle zou wonen. “Mijn ouders hadden in het begin de intentie om terug te gaan, net als vrijwel alle Molukkers hier. De ommekeer voor mijn vader was de eerste Molukse actie in Wassenaar, waarbij een groep bewapende Molukkers de ambtswoning van de Indonesische ambassadeur bezet hielden. Toen kwam het besef: we blijven. Want wat je ook doet, de Nederlandse overheid gaat niet meewerken aan de onafhankelijkheid van de Republik Maluku Selatan (Republiek der Zuid-Molukken, RMS). Daarna is hij een andere vader geworden. Voor de eerste vijf kinderen was hij een strenge vader, daarna werd hij veel milder. Hij wilde terug, denk ik, maar daar heb ik nooit met hem over kunnen spreken. Hij wilde zijn ervaringen niet kwijt, dat is jammer. Hij zei altijd tegen mij: “Jij bent bruin van buiten, maar wit van binnen. Je bent té Nederlands”. Later hadden wij veel discussies, ik ging vaak tegen hem in. Dat was hij niet gewend. Toch vind ik het mooi dat ik de omschakeling van mij vader bewust heb meegemaakt. Hij heeft gedaan wat mogelijk was voor hem en ons hier in Nederland. Hij was militair en had nooit een andere opleiding gehad, maar ging uiteindelijk werken als fabrieksarbeider”.
Zelf hebben Eddy Patty en en zijn kinderen nooit het idee gehad om terug te keren als de RMS erkend zou worden. “Het verschil met Nederland is zo groot; de snelheid van leven, kijk op het leven, perspectief. De kinderen zouden daar niet meer kunnen aarden. Vakantie is prima en misschien kunnen de kinderen op de Molukken later meer projectmatig aan het werk gaan. Maar daarheen verhuizen om het land op te bouwen? Ik en mijn kinderen geloven daar niet in”.

Zijn kerstgedachte? “Ik hoop dat wij in Capelle met zoveel nationaliteiten naar elkaar omkijken; accepteer mensen zoals ze zijn zonder je eigen normen en waarden te verliezen. We kunnen wat voor elkaar betekenen als we elkaar beter kennen”.

“Bij de eerste Molukse actie kwam bij mijn vader het besef: “Wij zullen hier altijd blijven”

“Ik vind vooruit kijken belangrijker dan steeds maar weer herdenken”

Bron : capels-en-moluks-hart door Huub Lakerveld

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *