RIJSSEN – Het gebeurde in 1956, toen de Nelly Vlijt uit Rijssen 5 jaar was. „Mijn vader, van wie ik ontzettend veel hield, werd in Maastricht overreden door een motorrijder en was op slag dood. Papa was pas 30 jaar oud. Het is lang geleden, maar ik heb er, vooral bij het ouder worden, nog steeds veel verdriet van.”
Ze weet nog dat haar vader haar een keer de bioscoop binnensmokkelde. Stttt…zei hij en deed z’n jas wijd open. Ze kroop er als kleuter veilig in weg. Na die dag, niet veel later, zei haar moeder tegen haar vader: ‘Ruben, wil je even naar de bakker? Het brood is op.’ Hij ging weg, werd aangereden en kwam nooit meer terug. Ruben Rahametwau kreeg in Maastricht een staatsbegrafenis met militaire eer. Alle andere KNIL-soldaten gaven hem een saluut.
Op de boot naar Nederland
Haar vader, geboren en opgegroeid op de Kei-eilanden (Grote Kei, eiland Ohoinangan Wourtehait) stapte met z’n gezinnetje ruim 70 jaar geleden op dienstbevel op de boot New Australia naar Nederland. Kleine Nelly was twee jaar. Ze herinnert zich niets meer van thuis, van de Kei-eilanden. Heel veel jaren later is ze er een paar keer op vakantie geweest. „Mooie natuur daar; palmbomen en veel groen. De huizen zijn er eenvoudig. En de zee is zo helder als glas. Je kunt de vissen zien zwemmen.”
Als ik m’n ogen dicht doe, zie ik de nonnen weer in witte gewaden door de gangen lopenNelly Vlijt
Het gezin Rahametwau werd na aankomst in Nederland ondergebracht in het voormalige kloostercomplex Rijckholt in Maastricht. Daar heeft Nelly nog wel veel herinneringen liggen. „Als ik m’n ogen dicht doe, zie ik de nonnen weer in witte gewaden door de gangen lopen. Hun handen samengevouwen. Elk gezin kreeg een eigen kamer toegewezen. Ik speelde er veel buiten, met m’n springtouw in de kloostertuin. Op zondag ging ik naar de zondagsschool, onder leiding van tante Sohoka.”
Veel vriendinnen om mee te spelen
„Na het overlijden van m’n vader bleef mijn moeder achter met vijf kinderen. Ze wilde graag een overplaatsing naar kamp Laarbrug in Ommen, omdat daar veel tantes waren, die het gezin op kon vangen. Dat gebeurde. In mijn beleving was dat een grote overgang, maar ik heb in Laarbrug een hele leuke tijd gehad. Ik kreeg er veel Hollandse vriendinnen, die me uitnodigden om te komen spelen.”
Haar moeder vond in Laarbrug een nieuwe liefde: Eli Rehijaan. Samen kregen ook zij vijf kinderen. „Ik noemde hem geen papa, maar oom. Ik werd absoluut door hem verwend hoor, maar niemand kon mijn vader vervangen. Ik had mijn eigen vader zó graag willen leren kennen. Als ik naar zijn foto in m’n huiskamer kijk, word ik nog steeds emotioneel. Ik denk, na al die jaren, nog heel veel aan hem.”
Molukse wijk in Rijssen
Na kamp Laarbrug vertrok Nelly naar de Molukse wijk in Rijssen. Ze leerde daar haar eerste man, Lucio Vlijt, kennen. „Hij was een Antiliaan en kwam uit Curaçao. Samen met z’n vrienden bezocht hij Nederland. Ze gingen een eindje toeren met de auto en kwamen bij puur toeval in de Molukse wijk in Rijssen terecht. Lucio was stomverbaasd dat hij daar ineens zoveel donkere mensen zag. Hij stopte, liep nieuwsgierig door de straat en zag in De Ruyterstraat een meisje in de woonkamer zitten. Dat was ik.”
Onze ouders waren streng en zuinig op hun dochtersNelly Vlijt
Nelly was toen 16 jaar. „Lucio stuurde mijn broertje naar ons huis toe om me te roepen, maar ik mocht van mijn moeder niet naar buiten. Onze ouders waren streng en zuinig op hun dochters. Later hebben Lucio en ik meer afspraakjes gemaakt en elkaar voorzichtig leren kennen. We trouwden op m’n 18de en gingen in Rijssen wonen. We kregen samen vijf kinderen. Lucio had vanaf z’n 45ste suikerziekte. Door die ziekte moest zijn been geamputeerd. Ik heb hem altijd verzorgd. Hij overleed op z’n 74ste.”
Hotel Rijsserberg
Toen haar kinderen groot werden en uitvlogen, ging Nelly de arbeidsmarkt op. Ze heeft in de loop der jaren veel verschillende banen gehad en houdt van aanpakken. „Het langst werkte ik bij hotel Rijsserberg, 18 jaar. Daar maakte ik eerst de hotelkamers schoon, maar na een poosje vroegen ze me of ik in de keuken wilde werken. Daar heb ik veel lekkere gerechten leren maken. Ook in verpleeg/verzorgingshuis De Schutse werkte ik met veel plezier.”
Ik hou van stamppot andijvie met een gehaktbalNelly Vlijt
Nelly noemt zichzelf ‘helemaal vernederlandst’. „We zeggen weleens dat we terug willen naar de Molukken, maar ik ben een echte Hollander. Ik hou van stamppot andijvie met een gehaktbal. Ik spreek alleen Maleis op een Pasar Malam en ik heb veel Nederlandse vrienden, kennissen en collega’s.”
Heel verdrietig
„Toen ik een aantal jaren geleden op vakantie op de Kei-eilanden was, spraken ze daar hoog Maleis. Ik verstond het af en toe niet eens. Na vijf weken werd ik ineens heel verdrietig. Heimwee. Heimwee naar Nederland. Ik heb de dagen afgeteld, zó graag wilde ik weer terug. Hoe mooi het daar ook was, ik weet het nu zeker. Mijn leven is hier! Maar mijn roots, de plek waar ik vandaan kom, mag en zal ik nooit vergeten.”