Dochter van omstreden kapitein Westerling: ‘Lerares noemde hem moordenaar, dat raakte me’

Dochter van omstreden kapitein Westerling: ‘Lerares noemde hem moordenaar, dat raakte me’

NEDERLANDS-INDIË Kapitein Raymond Westerling wordt door de een op handen gedragen, door de ander verguisd. Vanwege standrechtelijke executies, werd hij het gezicht van Nederlandse geweldsexcessen in Nederlands-Indië. De ‘held’ van toen is de ‘oorlogsmisdadiger’ van nu. Ten onrechte, vindt zijn dochter.

Het gezin Westerling tijdens een vakantie in Spanje: vader Raymond, moeder Ada en Palmyra.
Het gezin Westerling tijdens een vakantie in Spanje: vader Raymond, moeder Ada en Palmyra. © Marco Okhuizen

Op de dag dat Raymond Westerling overleed – 26 november 1987 – werd hij gebeld door journalisten over de publicatie van deel 12 van Het Koninkrijk der Nederlanden in de Tweede Wereldoorlog, het standaardwerk van historicus Loe de Jong. Dat ging over Nederlandse ‘oorlogsmisdaden’ in Nederlands-Indië.

,,Er stond ook een stuk in over papa’’, vertelt Palmyra Westerling (1971), zijn jongste dochter, die erbij was. ,,Hij was het er niet mee eens en wond zich op. Hij zei tegen journalisten dat hij ertegen zou ageren. Het raakte hem diep.’’

‘Moordenaar Westerling’

Diezelfde novemberavond kreeg hij een acute hartstilstand. Palmyra: ,,Een godsdienstlerares, die niet wist dat ik zijn dochter was, zei de volgende dag in de les dat ze blij was dat die ‘moordenaar Westerling’ was overleden. Toen ik na de uitvaart weer op school kwam, weigerde ze het te bespreken. De rector wilde dat ik toch naar haar les ging. Ik heb mijn rugtas naar haar geslingerd, zodat ik de klas uit werd gestuurd. Ik heb daarna nooit meer les gehad van haar.’’

Vandaag precies 75 jaar nadat het Depot Speciale Troepen (DST), een commando-eenheid onder leiding van Westerling, begon met zuiveringsacties op Zuid-Celebes (het huidige Sulawesi) wordt zijn naam in één adem genoemd met ‘oorlogsmisdaden’. Hij is in veel publicaties het gezicht van Nederlandse geweldsexcessen tijdens de onafhankelijkheidsstrijd van Indonesië (1945-1950). Westerling zou carte blanche hebben gekregen voor zijn harde optreden tegen nationalisten.

Omstreden en berucht

Raymond Paul Pierre Westerling (1919), geboren in een voorstad van Istanboel als zoon van een Griekse moeder en Nederlandse vader, wordt gekwalificeerd als ‘omstreden’ en ‘berucht’. Tijdens de Tweede Wereldoorlog volgde hij een commando-opleiding in Schotland. 

Na de bevrijding van Nederland wordt hij uitgezonden naar Nederlands-Indië. Op 15 augustus 1945 capituleert Japan. Wanneer Soekarno twee dagen later de onafhankelijke Republiek Indonesië proclameert, plegen radicale jongeren begin oktober een massale moordpartij op Nederlanders en pro-Nederlandse groepen, zoals Menadonezen, Chinezen en Molukkers. Duizenden worden verkracht, gemarteld en vermoord door pemuda’s – jonge radicale republikeinen – tijdens de Bersiap.

Gewapende republikeinen infiltreren vanuit Java en Sumatra naar andere eilanden, waar ze een guerrillastrijd voeren tegen het lokale gezag en met geweld de loyaliteit van de lokale bevolking voor de onafhankelijkheid afdwingen.

Westerling krijgt de opdracht Zuid-Celebes te ‘zuiveren’ en te ‘pacifice­ren’

Anarchie

Raymond Westerling, gefotografeerd in Nederlands-Indië.
Raymond Westerling, gefotografeerd in Nederlands-Indië.

Ook op Celebes, waar Nederland sinds juli 1946 het gezag weer heeft, heerst chaos en anarchie. De lokale bevolking zucht onder de ‘rood-witte terreur’ van pemuda’s en rampokkers (criminele bendes), die zich schuldig maken aan extreme wreedheden. Zeker tweeduizend mensen worden vermoord of ontvoerd.

Nederland zet het DST in, een eenheid van zo’n 130 Nederlandse, Molukse en Menadonese commando’s. Westerling is een paar maanden eerder benoemd tot commandant vanwege zijn harde en effectieve aanpak van Indonesiërs in Medan (Sumatra) die geweld pleegden en gevangenenkampen aanvielen.

Westerling krijgt de opdracht Zuid-Celebes te ‘zuiveren’ en te ‘pacificeren’. Hij oppert de inzet van standrecht, een methode die ook wordt toegepast door Britse geallieerden en Indonesische nationalisten. Gebiedscommandant Henk de Vries gaat akkoord.

De tekst gaat verder na de foto.

Huib van Mook, de hoogste koloniale bestuurder, kondigt op 11 december 1946 de Staat van Oorlog en Beleg af voor Zuid-Celebes. De noodtoestand geeft Westerling vergaande bevoegdheden. Daarmee wordt de operatie militair en juridisch gedekt. 

Intensieve screening

Een groot aantal lijken op de alun-alun (het centrale gemeenschappelijke grasveld) van Kampong Barroe.
Een groot aantal lijken op de alun-alun (het centrale gemeenschappelijke grasveld) van Kampong Barroe. © NIMH

Westerlings contraguerrilla kenmerkt zich door uitgebreid verkennings- en inlichtingenwerk, waarmee hij namen van ‘terroristen’ verzamelt. Als de reden voor de actie is verteld, worden de mannen gescheiden van vrouwen en kinderen. De mannen op de lijst worden één voor één naar voren geroepen, krijgen te horen wat ze hebben misdaan en mogen reageren. Als blijkt dat ze de doodstraf verdienen, worden ze ter plekke geëxecuteerd. ,,Ik paste het standrecht ook alleen toe in gevallen waarin, na intensieve screening, schuld was vastgesteld aan de ergste criminele daden’’, zegt Westerling in 1969 in het Algemeen Dagblad.

De ‘methode-Westerling’ wordt alom gevreesd. Het standrecht is in zijn ogen een effectieve manier om de ‘extremisten’ aan te pakken en onschuldige burgers te sparen. Palmyra: ,,Mijn vader sprak vloeiend Maleis, begreep de cultuur en had een heel netwerk opgebouwd onder de bevolking om de terreurgroepen te kunnen uitschakelen.’’

Na een zuiveringsactie laat Westerling het dorpshoofd op de Koran zweren niet samen te werken met ‘terroristen’ en richt hij een kampongpolitie op om het dorp te beschermen. Zo wint hij het vertrouwen van de bevolking, die hem ratu adil noemen: ‘rechtvaardige vorst’. Westerling – bijnaam de Turk – is een imposante verschijning: atletisch, zwart haar, staalblauwe ogen. ‘Zijn rode parachutistenbaret is de schrik van Makassar en vooral van omstreken’, schrijft zijn toenmalige minnares eind december 1946 aan haar ouders. ‘Hij doet zijn werk zo grondig, dat als hij een streek rustig moet maken, het over het algemeen daarna zo rustig is, dat er niemand meer over is.’

Afscheidsfeest

Vanaf begin 1947 rijzen twijfels in de politieke top over het optreden van het DST. Dat komt niet door Westerling, maar door drie officieren die elders op Celebes – tegen de instructies in – geweldsexcessen plegen. Na verhalen over ‘Duitsche en Japansche praktijken’ wordt het DST teruggehaald, omdat het volgens generaal Simon Spoor ‘dreigt te ontaarden in misbruik van macht, met alle gevaarlijke ethisch en politieke gevolgen van dien.’ Bij zijn vertrek op 3 maart 1947 krijgt Westerling een afscheidsfeest van de lokale bevolking, met een erehaag en krijgsdans. Hij laat zijn rode baret achter.

De Nederlandse autoriteiten laten vier keer onderzoek doen naar de Zuid-Celebes affaire. In 1948 concludeert een commissie dat het optreden ‘geboden’ was om rust en orde te herstellen. Een jaar later bestempelt de procureur-generaal van het Hoog Militair Gerechtshof het standrecht als ‘noodzakelijke militaire acties gegrond in het noodrecht’.

Een derde onderzoekscommissie (1954) spreekt van een ‘plechtige’ methode die diepe indruk maakte op de bevolking’. Wel plaatsen de onderzoekers vraagtekens bij de rechtmatigheid van het standrecht.

Noodsituatie

Terechtstelling van kampongbewoners door militairen van het Depot Speciale Troepen in kampong Salomoni. Westerling was hierbij niet aanwezig.
Terechtstelling van kampongbewoners door militairen van het Depot Speciale Troepen in kampong Salomoni. Westerling was hierbij niet aanwezig. © NIMH

,,Anno 2021 zou je zeggen: afschuwelijk, onaanvaardbaar’’, zegt Bauke Geersing, oud-militair, jurist en auteur van het boek Kapitein Raymond Westerling en de Zuid-Celebes affaire: mythe en werkelijkheid. ,,Maar er was sprake van een noodsituatie. Standrecht was in geen enkel verdrag verboden en gebruikelijk in het kader van guerilla en contraguerrilla. Westerling kreeg de bevoegdheid gedelegeerd. Er was geen sprake van een eigen oorlog. Het was een gerichte militaire actie om de rechtsstaat te herstellen. Dat besluit werd genomen door de politieke en militaire top.’’

Over één ding zijn de onderzoeken het eens: Westerling slaagde in zijn opdracht en is zijn boekje niet te buiten gegaan. Hij wordt omschreven als ‘een goede commandant, die zijn troepen in de hand hield’ met ‘een groot gevoel van rechtvaardigheid’. 

Toch achten de autoriteiten Westerling niet geschikt het korps te blijven leiden. In 1948 draagt hij het commando over, een jaar later krijgt hij eervol ontslag. Hij verlaat de dienst met een bijzondere tevredenheidsbetuiging. Hoewel hij ook wordt voorgedragen voor de hoogste militaire onderscheidingen, worden die ‘om politieke redenen’ nooit uitgereikt.

Propaganda

De publieke opinie over Westerling kantelt. Volgens Geersing komt dat door een goedwerkende Indonesische propagandamachine die het beeld van Westerling probeert te ‘bezoedelen’. Voor de VN Veiligheidsraad verkondigt de Indonesische vertegenwoordiger dat Westerling op Celebes 40.000 slachtoffers heeft gemaakt. Decennia later blijkt dat een fictief getal te zijn geweest, bekent een Indonesische hoofdofficier eind jaren 70: ‘Als een propagandamaatregel tegen de Nederlandse bezetting’.

Onderzoeken wijzen uit dat Westerling verantwoordelijk is voor 388 slachtoffers, terwijl zijn drie onderofficieren zeker duizend Indonesiërs hebben gedood. ‘Bij de hardnekkige maatregelen in Zuid-Celebes zijn de werkelijk ernstige dingen niet onder zijn leiding gedaan, doch door anderen, die zijn – op zichzelf inderdaad drastische methoden – trachtten na te volgen en daarbij ver over de schreef van het noodzakelijke gingen’, schrijft Van Mook eind 1947.

Moreel gesproken sta ik nog steeds pal voor mijn daden. Ik wilde de verantwoor­de­lijk­heid zelf dragen en er mijn soldaten niet in betrekkenWesterling in Algemeen Dagblad in 1969

Toch wordt dit beeld niet bijgesteld door Nederlandse politici, maar eerder versterkt. Premier Willem Drees (1948-1958) blijft Westerling in de ministerraad en interviews koppelen aan ‘oorlogsmisdaden’. Als een topambtenaar van Justitie concludeert dat eventuele vervolging ook gevolgen zou hebben voor de politieke en militaire leiders, verdwijnen de rapporten in een kluis en worden de zaken tegen Westerling en zijn ondergeschikten geseponeerd.

Vrijgepleit

Het deksel gaat weer van de doofpot als Indië-veteraan Joop Hueting in 1969 in Achter het Nieuws Nederlandse ‘oorlogsmisdaden’ onthult. In de daaropvolgende Excessennota wordt Westerling vrijgepleit. Dat jaar zegt Westerling in Algemeen Dagblad dat hij nooit de verantwoordelijkheid heeft willen afschuiven op hogere officieren of politici. ,,Moreel gesproken sta ik nog steeds pal voor mijn daden. Ik wilde de verantwoordelijkheid zelf dragen en er mijn soldaten niet in betrekken.’’

Volgens Palmyra en Geersing zijn de verhalen over Westerling een eigen leven gaan leiden, ook bij historici. Die komen in februari naar buiten met een groot onderzoek naar de dekolonisatieoorlog.

Het DST wordt een ‘doodseskader’ genoemd, vergelijkbaar met die van de Duitse SS. Dat beeld wordt ook gebruikt in de omstreden film De Oost, over de rol van Westerling. ,,Afgrijselijk’’, zegt Geersing. ,,Het schetst een beeld dat buiten de realiteit ligt en de historische context overhoop haalt.’’ Hedendaagse historici plegen een ‘karaktermoord’ op Westerling, vindt Geersing na analyses van hun onderzoeken. ,,Hem neerzetten als een oorlogsmisdadiger is laster en een schandvlek in onze geschiedschrijving.’’

Scene uit 'De Oost', hier Marwan Kenzari als Raymond Westerling.
Scene uit ‘De Oost’, hier Marwan Kenzari als Raymond Westerling. © Amazon Prime Video

Palmyra weigert De Oost te bekijken. Na het zien van de trailer en boze reacties van familie en vrienden schreef ze een open brief. ,,Het raakt me hoe mijn vader wordt neergezet. Dat is niet de man met wie ik ben opgegroeid. De vader die er 24 uur per dag voor me was, mijn staartjes maakte, mij zangtechnieken leerde.’’

Burgerleven

Westerling heeft nooit kunnen wennen aan het burgerleven. Met zijn derde echtgenote Ada, de moeder van Palmyra, probeert hij als kleine zelfstandige – zonder militair pensioen – rond te komen. Hij runt onder meer een drukkerij en antiquariaat. Een winkelpand in Amsterdam Oud-West fungeert als ontmoetingsplaats. Palmyra: ,,Het was een zoete inval. Er werd muziek gemaakt en kretek gerookt. Mijn vader was een man van de wereld. Hij maakte geen onderscheid tussen diverse culturen, rangen en standen. Mensen die hem in Nederlands-Indië hebben meegemaakt zijn positief, vol respect en bewondering.‘’

Feit blijft dat Westerling betrokken was bij honderden standrechtelijke executies. ,,Je moet alles in de geest van die tijd zien en beoordelen’’, vindt Palmyra. ,,Met alle verhalen over de Bersiap kan ik me voorstellen dat het standrecht en de zuiveringsacties gerechtvaardigd waren. Mijn vader zei altijd: ‘Een zuivere nationalist heb ik altijd gerespecteerd. Maar terreurdaden worden niet getolereerd en afgestraft’.’’

Het oorlogsverleden is Westerling blijven achtervolgen, tot op de dag van zijn dood. Het gezin is dan net van Amsterdam naar Purmerend verhuisd. Palmyra mag een dagje spijbelen. ,,Achteraf ben ik dankbaar dat ik nog een hele dag met hem kon doorbrengen.’’ Hij lakt replica’s van een zelf geboetseerd beeld dat ‘het leed van het Indonesische volk’ symboliseert. Ondertussen bellen de journalisten. ,,Hij was aan het piekeren en ging eerder dan normaal naar bed. Hij vroeg of ik de verwarming lager kon zetten. Tien minuten later kreeg hij een hartstilstand.‘’

Bron : Raymond Westerling – Lerares noemde hem moordenaar, dat raakte me.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *