Advocaten nabestaanden: ‘ in Molukse treinkapingszaak’

Advocaten nabestaanden: ‘ in Molukse treinkapingszaak’

Tijdens het proces over de treinkaping door Zuid-Molukkers bij De Punt in 1977, hebben verschillende mariniers onder ede gelogen. Dat stelt het advocatenteam van de nabestaanden van twee gedode kapers, op basis van nieuwe rapporten.Wil Thijssen15 februari 2021, 19:19

Het gerechtshof, met onder andere voorzitter Joost van der Helm, hervat de al jaren slepende rechtszaak over de treinkaping bij De Punt. Beeld ANP
Het gerechtshof, met onder andere voorzitter Joost van der Helm, hervat de al jaren slepende rechtszaak over de treinkaping bij De Punt.Beeld ANP

Dat bleek maandag tijdens het hoger beroep van dit proces, dat gaat over de rechtmatigheid van de militaire bevrijding van de trein, waarbij zes van de negen kapers en twee passagiers om het leven kwamen. Centraal in dit proces staat de vraag of kapingsleider Max Papilaja (25) en de enige vrouwelijke kaper, Hansina Uktolseja (21), destijds in een vuurgevecht zijn omgekomen, zoals de Nederlandse regering altijd heeft verklaard, of dat zij zwaargewond en ongewapend zijn geëxecuteerd, zoals het advocatenteam van de nabestaanden stelt.

De aanleiding voor het proces, dat in 2016 begon, waren vrijgekomen geheime autopsierapporten. Die wezen uit dat de lichamen van gedode kapers buitensporig veel kogels bevatten en dat ze van dichtbij door het hoofd zijn geschoten. Hierover moesten de betrokken mariniers in 2017 komen getuigen. Dat deden ze geanonimiseerd en met stemvervorming.

Commandant ‘C5’ verklaarde destijds dat sommige uitspraken op geluidsopnamen van de treinbestorming van hem waren, maar dat andere uitspraken, zoals ‘Schiet hem neer’, hoewel op band vastgelegd, nooit door hem of zijn team zijn gedaan.

Een akoestisch fonetisch deskundige die de stemmen op de geluidsopname heeft geanalyseerd, stelt nu dat de omstreden uitspraken wel van commandant C5 zijn. Ook twee mariniers en een anonieme getuige zeggen de stem van C5 te herkennen.

Volgens advocaat Liesbeth Zegveld is dit de reden waarom de mariniers destijds met stemvervorming wilden getuigen. Ook zijn de verklaringen van de mariniers volgens haar op elkaar afgestemd tijdens verschillende collectieve bijeenkomsten in kazernes en op het ministerie van Defensie in Den Haag. Het recht op een eerlijk proces is daarmee volgens haar geschonden terwijl, stelt zij, de Nederlandse staat ‘al sinds 1977 de feiten probeert te verdoezelen’.

‘Aantoonbaar’ gelogen

Ook commandant C2 heeft volgens Zegveld ‘aantoonbaar’ onder ede gelogen. Hij zou een eerdere verklaring in een boek over de kaping in de rechtszaal onder ede hebben aangepast, om te rechtvaardigen waarom Hansina Uktolseja zonder waarschuwing van dichtbij door hem en zijn collega is doodgeschoten. C2 stelt dat hij in een ‘split second’ schoot, en dat hij niet wist op wie.

De rechters gingen in eerste aanleg in de verklaringen van de mariniers mee. Op 25 juli 2018 oordeelde de rechtbank in Den Haag dat de militairen rechtmatig hebben gehandeld, onder meer omdat ze niet konden weten dat Papilaja en Uktolseja al uitgeschakeld en ongevaarlijk waren (mede doordat het donker was in de trein). Bovendien, oordeelden de rechters, was Papilaja mogelijk door een kogel van buiten de trein gedood.

Twee nieuwe rapporten weerleggen dat. Een ervan is van militair chirurg Oscar Waes, die concludeert dat de fatale kogels in het lichaam van Papilaja komen van de wapens van militairen in de trein. En natuurkundige Jos van Rooij stelt in zijn rapport dat er voldoende zicht was in het treinstel waar Uktolseja werd aangetroffen, om haar te herkennen en te zien dat ze geen gevaar vormde (en dus had moeten worden aangehouden, aldus Zegveld).

‘Context van die tijd’

De advocaten van de Staat gaan hier lijnrecht tegenin. Niet alleen zouden alle mariniers naar waarheid hebben verklaard, ook benadrukken zij ‘de context van die tijd’: het was een periode van terroristische aanslagen. Wekenlang hielden de kapers Nederland in hun greep met de gijzeling van 54 passagiers in de trein. Wekenlang onderhandelde de regering, totdat de kapers dreigden dat er doden gingen vallen. ‘Toen besloot de regering dat gewapende beëindiging nodig was’, aldus de Landsadvocaat. Hij stelt dat het proces groot onrecht is jegens de mariniers, ‘die met gevaar voor eigen leven die trein binnen gingen’.

Advocaat Zegveld stelt daar tegenover dat de Zuid-Molukkers, die voor Nederland in Indië hadden gevochten, tot hun extreme terreurdaden overgingen omdat de Nederlandse regering haar gedane belofte van een zelfstandige Zuid-Molukse republiek, nooit is nagekomen.

Eén gedachte over “Advocaten nabestaanden: ‘ in Molukse treinkapingszaak’

Laat een antwoord achter aan Han Landman Reactie annuleren

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *